Eén week per jaar is het groot feest in Valkenburg. Elke Valkenburger kijkt het hele jaar uit naar de tweede woensdag in september, als het tijd is voor de paardenmarkt. Of in goed Valkenburgs: de mart. Wanneer je een paar eeuwen teruggaat in de tijd, blijkt het ook nog goed Nederlands te zijn. Kijk maar eens op de ingelijste publicatie op de bovenetage van het voormalige gemeentehuis. Daar wordt, in 1687, toch duidelijk gesproken van ‘mart’ in plaats van markt. Niets mis mee dus!
Marktveld
Al spoedig na de bouw van de kapel ontstond tussen 800 en 840 een markt in Valkenburg waar men vlas en linnen verhandelde om met de inkomsten de kapel in stand te houden. Rond 840 zouden er ook al paarden aangevoerd zijn, zodat het mogelijk is om dit jaartal aan te merken als begin van de paardenmarkt. Deze markt zou in de loop der jaren steeds meer in betekenis gaan toenemen, waarschijnlijk ook weer door de gunstige ligging van Valkenburg aan de Oude Rijn. De markt strekte zich in die tijd uit over een terrein gelegen tussen de kerk en de Torenvlietslaan. Al snel kreeg het terrein de naam Marktveld.
Geldnood
Graaf Willem II verleent in 1246 de Valkenburgse paardenmarkt octrooi, het alleenrecht, maar dan gebeurt er in 1260 echter iets vreemds. De Ambachtsheer van Valkenburg verkoopt de paardenmarktrechten aan Vlaardingen. Voor de kerk begrijpelijk een schadelijke ontwikkeling. Om de zaak te redden, reageert de Bisschop van Utrecht in 1261 met een tegenmaatregel door uit te vaardigen dat vanaf Hoek van Holland tot Kennemerland geen paard van 6 jaar of jonger verhandeld mag worden gedurende 6 weken voor de Valkenburgse markt, zodat Valkenburg toch een redelijke paardenmarkt behield. De machtsstrijd is kennelijk ontbrand. De geldnood was echter niet opgelost. Zeker niet voor de ambachtsheer, want in 1280 wordt het recht om paardenmarkt te houden ook verkocht aan Voorschoten, waaruit wel geconcludeerd mag worden dat de verhouding tussen kerk en ambachtsheer niet altijd even goed was.
Belangrijke gebeurtenissen
De paardenmarkt heeft in de geschiedenis van Valkenburg steeds een zeer belangrijke plaats ingenomen. Opvallend is ook dat belangrijke gebeurtenissen in Nederland terug te vinden zijn in het gebeuren om en bij de paardenmarkt, zo bijvoorbeeld het bekende jaartal 1574, wanneer tijdens het beleg van Leiden wordt besloten om de markt in Zwijndrecht te houden en een ander voorbeeld wanneer wegens de cholera-epidemie in 1866, wordt besloten dat jaar geen kermis te houden. Uit dit gegeven blijkt dat tijdens de marktdagen naast de handel ook het vertier werd gezocht.
Kunstenaars
Echter niet alleen de geschiedenis vinden we terug in de paardenmarkt, maar ook de cultuur. Vele kunstenaars worden geïnspireerd door de drukte en de activiteiten rond de paardenmarkt. Een heel bekend schilderij is te vinden in de Lakenhal te Leiden en werd in 1626 geschilderd door Salomon van Ruysdael. Daarvoor schilderde in 1618 Adriaan van de Venne het bezoek van Prins Maurits en Frederik Hendrik aan de markt, welk schilderij is te bewonderen in het Rijksmuseum te Amsterdam. Onderaan deze pagina treft u een afbeelding van dit schilderij, inclusief een uitgebreide omschrijving.
Paardenmarkt anno nu
De paardenmarkt neemt nog altijd een belangrijke plaats in bij de Valkenburgers. Veel Valkenburgers nemen in de week van de paardenmarkt vakantie, zodat ze volop van het feest kunnen genieten. Ook de Valkenburgers, die buiten het dorp wonen, keren tijdens de paardenmarkt terug naar ‘hun’ dorp om de feesten mee te maken. Er is altijd wel een slaapplaats te regelen bij familie of oude vrienden. In de zomer ontstaan er twee ‘tijdperken’: voor de mart en na de mart. Deze termen worden gebezigd als er afgesproken moet worden voor vergaderingen of evenementen van verenigingen, maar ook over de levertijd van goederen en het tijdstip waarop bepaalde werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. “Lukt het nog voor de mart?” “Nou, zal wel na de mart worden.”
In 2006 brak er een nieuwe periode aan voor het dorp Valkenburg en dus ook de paardenmarkt. Toen werd Valkenburg via een gemeentelijke fusie deel van Katwijk, waartoe ook de dorpen Katwijk aan den Rijn, Katwijk aan Zee en Rijnsburg behoren. De laatste en bovendien populaire burgemeester van Valkenburg, Joop van der Reijden (overleden 3 februari 2006) maakte altijd een waar feest van de opening van de mart. In 2003 werd onder zijn leiding een nieuwe impuls meegegeven aan de mart. De bloemenaanhanger, van waaruit altijd de opening en de verloting plaatsvond, werd vervangen door een muziektent of podiumwagen. De kermis werd verplaatst, waardoor de paarden hun aloude prominente plaats in het dorp weer terugkregen: rond de kerk, goed in het zicht en niet ‘weggestopt’ achter de kermisattracties.
In 2006 rustte op de schouders van Jos Wienen, die als burgemeester van Katwijk vanaf dat jaar óók burgemeester van de Valkenburgers werd, de schone taak om de paardenmarkt van Valkenburg te openen. Hoe doe je dat in een dorp waarvan een deel van de bevolking sceptisch stond tegenover de gemeentelijke fusie, in een dorp dat weleens vergeleken is met het opstandige Gallische dorpje van Asterix en Obelix en waarvan de laatste burgemeester weleens is vergeleken met een druïde? Daar is lef voor nodig. We weten niet of Jos Wienen dáárom enige tijd geleden begonnen is met paardrijlessen, maar feit is wel dat hij alle Valkenburgers aangenaam verraste door te paard de Valkenburgse mart te openen.
Paardenmarktcomité
Sinds jaar en dag is het paardenmarktcomité actief. Sinds 2003 is Jan van der Nagel voorzitter van het comité. Het comité komt zo’n vier of vijf keer per jaar bij elkaar. De vergunning voor het houden van de markt moet worden aangevraagd, het ringrijden moet worden georganiseerd en de paardenmarktloterij moet op de rails gezet worden. Er zijn jaren geweest dat er meer paarden in Valkenburg aanwezig waren dan Valkenburg inwoners telde. Dan stonden de paarden tot aan de Achterweg en de Hoofdstraat aan toe. Dat is tegenwoordig wel anders. De laatste vijf jaar is de aanvoer van paarden en pony’s steeds rond de tachtig tot honderd stuks geweest. In 2000 was het wat minder, maar dat had te maken met de vrachtwagenblokkades, die opgeworpen werden vanwege de hoge brandstofprijzen. We zijn wel blij dat de aanvoer standvastig in aantal is.
De aanvoerpremie is voor paarden en pony’s gelijk. Valkenburgers zijn paardenminnend en menig Valkenburger zet zijn paard dan ook op de markt. Om het evenement in stand te houden, maar natuurlijk ook om de aanvoerpremie te incasseren! Dat Valkenburg Neerlands Oudste Paardenmarkt heeft, staat voor het paardenmarktcomité vast. Net als voor alle andere Valkenburgers trouwens.
In het verleden werden paarden voornamelijk verhandeld voor het werk op de landerijen. Daarna werden het meer en meer paarden voor sport en recreatie. En de laatste jaren zie je een toename van het aantal Shetland pony’s, Haflingers en Fjordenpaarden. De mensen hebben het druk met hun werk. Dan is makkelijk wanneer je een paard hebt dat minder hoge eisen stelt aan het onderhoud.
Reclame maken voor de paardenmarkt is in Valkenburg nauwelijks nodig. Iedereen weet maar al te goed wanneer het mart is. Het comité hangt wel raambiljetten op bij de winkeliers, maar dat is meer omdat het er nu eenmaal bij hoort.
Oranjevereniging
De Oranjefeesten rondom de paardenmarkt zijn minstens net zo belangrijk voor het feest als de paardenmarkt zelf. Oranjevereniging “Wilhelmina” is verantwoordelijk voor de organisatie van talrijke festiviteiten rondom de paardenmarkt. De Oranjevereniging organiseert altijd een flink aantal spelen, waaraan in principe iedereen kan meedoen. Vast onderdeel is altijd het volleybaltoernooi, waarmee de festiviteiten van de Oranjevereniging op de vrijdagavond voor de ‘mart’ worden geopend. Een populair onderdeel is de kinderoptocht op donderdagochtend. De optocht kent altijd een bepaald thema. De kinderen van de twee basisscholen en de twee peuterspeelzalen doen er altijd graag aan mee. En de optocht oogst altijd veel waardering van het publiek. Want ondanks het feit dat het de avond tevoren best weleens laat geworden kon zijn in De Terp of De Biertrom, de kinderoptocht is altijd verzekerd van veel publiek langs de route. De onderlinge saamhorigheid van de Valkenburgse bevolking is altijd geweldig tijdens de paardenmarkt. Alles kan en niets moet. Mensen versieren hun straten samen met alle buren, organiseren buurtbarbecues en noem maar op.
Wist u trouwens dat de Oranjefeesten vroeger eerder in het jaar werden gehouden? De verjaardag van Koningin Wilhelmina, op 31 augustus, was aanleiding om een feest te houden. Omdat de Valkenburgse tuinders het in die week veel te druk hadden om te feesten (omdat een paar weken later ook de paardenmarkt werd gehouden), zijn de festiviteiten opgeschoven naar de week van de ‘mart’. Valkenburgers blijven praktische mensen!
‘De prinsen van Oranje, Maurits en Frederik Hendrik, op de paardenmarkt te Valkenburg’, zo luidt de titel van het schilderij. Maar eigenlijk zijn beide prinsen een klein detail: links van het midden zitten ze in de open karos, die door zes schimmels wordt getrokken. Op het schilderij is veel meer gaande. De maker van het stuk, Adriaen van de Venne, is een echte verhalenverteller. Met oog voor detail bouwde hij, tafereeltje voor tafereeltje, zijn voorstelling op.
Jaarlijks werd tussen 9 en 17 september een paardenmarkt en kermis georganiseerd in het Zuid-Hollandse, aan de Oude Rijn gelegen Valkenburg. De woorden ‘Valkenburg’ en ‘paardenmarkt’ waren bijna uitwisselbaar. in het Zuid-Hollandse plaatsje Valkenburg bij Leiden was een grootscheeps evenement. Niet alleen voor de markt kwamen mensen van heinde en ver. Een extra trekpleister was de kermis, die traditiegetrouw tijdens de marktdagen werd gehouden.
Het hele gezelschap wordt voorafgegaan door drie pages. Zij hebben alledrie dezelfde kleding aan in vrolijk rode, blauw en groen. Links van het karos staan twee edellieden te paard. De prachtige Spaanse hengst met de lange golvende manen behoorde tot Maurits’ favorieten. Hij werd vaker afgebeeld.
De heer en de dame, naast de gelaten ogende werklui, blinken van deftigheid. Zij draagt een hoge kanten kraag. Onder haar bovenkleed is een roodkleurig pronkkleed te zien. Voor wie Van de Venne het schilderij maakte is niet met zekerheid bekend, maar misschien was het het luxueus geschilderde echtpaar rechts. Goed mogelijk is, dat het dan gaat om jonkheer Johan de Hertoghe, heer van Valkenburg en Orsmael, en Josyna de Bye. De Hertoghe kocht eind december 1615 de hoge heerlijkheid Valkenburg van de prinses de Ligne, waardoor hij een sterke band met deze plaats kreeg, en ook was hij een van Maurits’ trouwste dienaren en favorieten. Tussen 1614 en 1615 was hij zijn stalmeester, in 1616 volgde zijn benoeming tot kwartiermeester-generaal van het staatse leger en in 1619 benoemde Maurits hem tot luitenant en later tot gouverneur van het prinsdom Orange. In februari 1618 stuurde Maurits De Hertoghe naar Brussel om toe te zien op de opening en correcte uitvoering van Filips Willems testament. Voor deze trouwe dienaar moet de voorstelling van Maurits als soeverein vorst op ‘zijn’ paardenmarkt zeer aantrekkelijk zijn geweest. hebben gegeven om dit schilderij te vervaardigen. Achter het deftige gezelschap staat een rattenvanger. Zijn vangst van de dag bengelt hoog aan de stok. Op de grond liggen een geraamte van een paard, verschillende soorten schelpen, geldstukken, een gebroken eierschaal en een gebroken pijp. Het zijn verwijzingen naar de broosheid van het bestaan. Dergelijke symbolen werden veel in schilderijen verwerkt. De schelpen die Van de Venne hier schilderde, komen trouwens niet in Nederland voor. Het zijn exotische schelpen, die vaak werden verzameld.
In de 16de en 17de eeuw hadden vorsten, rijke kooplieden en geleerden dikwijls een verzameling zeldzaamheden, rariteiten. ‘Rariteit’ komt van het Latijnse ‘rarus’: zeldzaam of schaars. Dergelijke collecties werden bewaard in kunst- en rariteitenkabinetten: speciaal ingerichte kamers of kunstkasten. Een rariteitenkabinet is dus een klein museum. Verzamelaars in de 16de en 17de eeuw probeerden in hun verzameling de hele kosmos ‘samen te vatten’. Zo kon een rariteitenkabinet bijvoorbeeld fossielen, oude munten, edelstenen, organismen op sterk water, struisvogeleieren of door de mens gemaakte dingen bevatten..
Bron: www.rijksmuseum.nl